Mei 2019
In de meivakantie is er geen therapie op het revalidatiecentrum. Daardoor heb ik wat energie over om weer een middagje met mijn man naar de manege te gaan waar zijn jongste dochter rijdt.
Ik kijk er enorm naar uit, de vorige keer was zo’n bijzondere ervaring!
Ik volg weer hetzelfde ritueel; in de ochtend rusten, handje pijnstillers erin, bijrijdersstoel plat, ik ook, en dan gaan we weer op weg!
Vandaag mag mijn stiefdochter op een ander paard rijden. Ik vind dat enorm jammer, want ik had graag nog even geknuffeld met Floris, de Haflinger die de vorige keer zoveel indruk op mij heeft gemaakt. Vandaag is het echter Pitt, een mooi bruin paard met een witte bles op zijn hoofd. Als Pitt uit zijn box is en vaststaat aan de muur van de stallen gebeurt er echter wederom iets heel bijzonders. Ook Pitt wrijft een paar keer zacht met zijn neus tegen mijn buik en wéér beginnen als vanzelf bij mij de tranen te stromen. En net als Floris legt ook Pitt zijn hoofd in mijn nek en trekt me naar zich toe en omhelst me met zijn hals.
Mijn man en zijn dochter staan perplex en bekijken het hele ritueel met open mond. Ik laat me rusten tegen de borst van dit paard en laat, dit keer bewust, mijn tranen maar gewoon stromen. De vorige keer is dit zo helend voor mij geweest, dat ik me er nu volledig aan overgeef en het zo goed mogelijk in me opneem. Ik geniet met volle teugen die middag en teer nog dagen op het ongelooflijke gevoel van troost dat paarden mij blijkbaar kunnen geven.
23 mei
Vandaag ben ik jarig, ik word 40 jaar. Wie had kunnen bedenken dat ik op deze bijzondere verjaardag middenin een revalidatietraject zou zitten, in de overgang zou zijn en al vijf maanden niet heb gewerkt?
In de ochtend stuurt mijn manager mij een filmpje dat me volledig omver blaast. Mijn team heeft alle collega’s gevraagd iets tegen mij te zeggen op camera. Alles is geweldig aan elkaar gemonteerd met een muziekje eronder en er zijn zelfs collega’s die thuis een boodschap voor me opgenomen hebben, omdat ze niet op kantoor waren in verband met de meivakantie. Ik ben er stil van, moet huilen en lachen tegelijkertijd en voel me heel bijzonder. Niet te geloven dat ál deze mensen de moeite hebben genomen om iets tegen me te zeggen! En wat fantastisch dat mijn directe collega’s zoveel moeite hebben gedaan om dit voor mij te maken! Het voelt fijn om te weten dat er zoveel mensen met mij meeleven en mij zoveel goeds wensen. Maar ergens in mijn achterhoofd begint er iets te knagen; gaat het eigenlijk ooit nog lukken om terug te keren in mijn functie?
Mijn ervaringen met de twee paarden op de manege hebben iets in mij wakker gemaakt. Ik blijf er maar aan terugdenken en word dan iedere keer warm van binnen. Ik heb het gevoel dat het revalidatietraject wat ik volg niet voldoende voor mij is om ook mentaal te herstellen. De gesprekken met de maatschappelijk werkster in het revalidatiecentrum zijn er voornamelijk op gericht om te leren omgaan met de praktische zaken die nu in mijn leven spelen. Ik voel eerlijk gezegd niet zo’n klik met haar en kan me daardoor niet goed uiten in onze gesprekken.
Op een avond zit ik wat op Facebook te lummelen en zie ineens een gesponsord bericht van Therapeutisch Centrum 2Tango in Veghel. Zij geven therapie met behulp van paarden. Meteen voel ik dat dít is wat ik zoek. Ik voel kriebels in mijn buik als ik eraan denk weer te kunnen knuffelen met een paarden word ontzettend blij van de gedachte dat er dus ook daadwerkelijk een plek is waar je ‘paardenkracht’ kunt opdoen. Al is het middenin de nacht, ik stuur meteen een mailtje met mijn verhaal en vraag of ze mij hiermee kunnen helpen.
Een week later is het dan zover, mijn eerste sessie met een paard als mede-therapeut. Het paard heet Yellow en is een Haflinger, net als Floris op de manege. Dit geeft me vertrouwen, tenslotte was Floris het eerste paard dat me ‘wees’ op mijn pijn en verdriet. En ja hoor, ook Yellow ‘ziet’ het meteen, ook hij stoot een paar keer zachtjes met zijn neus tegen mijn buik en als vanzelf beginnen mijn tranen weer te stromen. ‘Wat voel je nu’ vraagt mijn therapeute, ‘wat gaat er nu door je heen?’ Door Yellows aanwezigheid durf ik eindelijk naar binnen te kijken en het eindeloze verdriet wat daar verborgen zit aan te raken. Ik voel dat ik in een soort trance raak, mijn handen rusten op de hals van het paard en dat geeft me letterlijk en figuurlijk houvast. Mijn tranen stromen en ondertussen blijft de therapeute zachtjes tegen mij praten: ‘Je doet het hartstikke goed, Merel. Vertel eens wat je voelt, concentreer je daar maar op en laat alles er maar uit komen.’
Inmiddels loopt het snot over mijn gezicht, ik voel me zó ontzettend leeg, mijn hart is gebroken, mijn lijf is kapot. Met horten en stoten benoem ik dat allemaal hardop. Bij alles wat ik vertel vraagt de therapeute hoe dat dan voelt, spoort ze me aan om echt in het gevoel te gaan zitten en blijft ze me, steeds mijn naam herhalend, aanmoedigen.
Na de therapiesessie ben ik leeg, maar wel op een fijne manier. De steen is van mijn hart nu ik voor het eerst aan iemand heb verteld hoe slecht ik me werkelijk voel. Het lucht enorm op en ik kan voor het eerst in tijden weer oprecht lachen. We spreken af dat ik de komende tijd iedere woensdagbij 2Tango kom. Dat wordt het begin van iets moois.
Juni 2019
Het revalidatietraject vordert gestaag. Ik sport vier uur in de week, ik luister goed tijdens de sessies psycho-educatie, ik vul netjes de oefeningen in bij ergotherapie en ga braaf naar de maatschappelijk werkster. Maar ik ben moe, doodmoe. Drie dagen per week ben ik in het revalidatiecentrum en dat is het enige dat ik doe en kan. De overige dagen van de week lig ik op de bank, krijg ik mijn ene voet niet voor de andere en verzuren mijn spieren al bij de derde trede van de trap als ik naar boven loop. In huis kan ik niet veel; hier en daar een wasje of de vaatwasser uitruimen, maar daar blijft het dan ook bij. Ik raak overprikkeld door het blaffen van de hond en ben ’s avonds te moe om naar bed te gaan en blijf dan maar tot diep in de nacht liggen piekeren op de bank. Vaak voel ik paniek, pure paniek. Ik ben dit hele revalidatietraject toch stiekem als project gaan zien en ergens heb ik het gevoel dat mensen van mij verwachten dat ik er weer helemaal bovenop ben zodra dit afgerond is.
Als ik met mijn manager aan de telefoon ben merk ik dat ik zo positief mogelijk probeer over te komen. Ik profileer me als een sterk en optimistisch persoon, ik geef aan dat ik echt wel vooruitgang boek en zinspeel voorzichtig op de toekomst. Maar eigenlijk ben ik doodsbang. Ik heb werkelijk geen idee hoe die toekomst eruit moet gaan zien, maar ik begin steeds meer door te krijgen dat dat wel eens heel anders kan zijn dan zij en ik nu denken. Want stel nou dat ik niet meer terug kan keren in mijn oude functie, dat ik misschien gedeeltelijk of helemaal niet kan werken? Hoe zit dat dan met mijn inkomen? Met mijn leaseauto, mijn laptop en mijn telefoon? Ik ben bang dat als ik me niet veerkrachtig genoeg opstel, mijn werkgever mij dan misschien liever kwijt dan rijk is.
De psycho-educatie in het revalidatiecentrum biedt gelukkig een verzachting van mijn paniek. Een aantal bijeenkomsten wordt gewijd aan de ziektewet, de wet Poortwachter en hetspoor 1- en spoor 2-traject na 12 maanden ziekte. Als ik dat allemaal vertaal naar mijn persoonlijke situatie komt het erop neer dat ik 24 maanden in de ziektewet mag blijven, en voordat mijn werkgever mij mag laten gaan dient er een eerstejaarsevaluatie plaats te vinden waarin wordt gekeken of en hoe ik terug kan keren in mijn oude functie. Als dat niet kan moet mijn werkgever mij passend werk aanbieden dat past bij wat ik kan. En als dát niet lukt, dan mag mijn werkgever, na een rapport van de bedrijfsarts en een arbeidsdeskundige, mij naar een spoor 2-traject laten gaan. Dat betekent dat ik dan nog wel in dienst blijf bij mijn werkgever, maar dat ik samen met een re-integratiecoach op zoek ga naar werk dat op dat moment passend voor mij is. Al die tijd blijf ik dan in contact met de bedrijfsarts, die inzicht heeft in mijn medisch dossier en op die manier met mij bepaalt of en hoeveel ik kan werken.
Al heb ik nog zes maanden te gaan voordat het eventueel allemaal zo ver komt, ik lig er nu al nachten wakker van. Ik zie het als een zwaard van Damocles dat boven mijn hoofd hangt. Enerzijds ben ik verschrikkelijk bang dat zal blijken dat ik aan het eind van het jaar mijn werk (nog) niet kan oppakken en anderzijds ben ik ontzettend bang dat dat dan wél zalmoeten. Ik wil graag voorbij deze ellende kijken en me bezighouden met de toekomst, maar word steeds met mijn neus op de feiten gedrukt: dat ik nog een lange weg te gaan heb, voordat ik ook maar een beetje kan zeggen dat ik ‘er weer ben’.
wordt vervolgd….
liefs, Merel
Reactie plaatsen
Reacties