Bepaling van het risico op (de ontwikkeling) van baarmoederhalskanker bij HPV positieve vrouwen.

Baarmoederhalskanker (BMHK) is één van de meest voorkomende kankers bij vrouwen. Het Bevolkingsonderzoek (BVO) naar BMHK in Nederland is ingesteld om voorstadia van BMHK in een vroeg stadium te detecteren en effectief te kunnen behandelen. Bij het BVO BMHK wordt een uitstrijkje van de baarmoederhals genomen. Vóór 2017 werd dit uitstrijkje microscopisch onderzocht op afwijkende cellen die een aanwijzing kunnen zijn dat er een voorstadium van BMHK aanwezig is. De methode is echter subjectief en relatief ongevoelig en het kwam vaak voor dat afwijkende cellen werden gemist. Om de opsporing van BMHK te verbeteren heeft het Ministerie van VWZ besloten om per 2017 het bevolkingsonderzoek te veranderen: nu worden uitstrijkjes  onderzocht op de aanwezigheid van hoog-risico humaan papillomavirus (hrHPV) DNA. Deze virussen zijn direct verantwoordelijk is voor het ontstaan van BMHK.

De belangrijkste redenen om het BVO BMHK te veranderen zijn (1) de nieuwe methode is objectief (virus is aanwezig of afwezig)  en (2) de methode is veel gevoeliger; er worden meer voorstadia van BMHK opgespoord die in een vroeg stadium genezen kunnen worden.

Het nadeel van de hoge gevoeligheid van de nieuwe test is echter dat heel veel gezonde vrouwen ook positief getest worden. Deze vrouwen zijn weliswaar met het virus geïnfecteerd, maar hebben GEEN voorstadia van BMHK. In 2017 zijn in Nederland  60,000 vrouwen positief getest voor hrHPV DNA. Deze vrouwen worden allemaal geconfronteerd met een uitslag die zou kunnen duiden op een voorstadium van baarmoederhalskanker. Echter, minder dan 2% van deze vrouwen hebben daadwerkelijk behandeling nodig. Dit betekent dat meer dan 58,800 vrouwen belast worden met een  zinloze diagnose en zelfs onnodige doorverwijzingen naar de gynaecoloog .

Behalve dat dit een extra druk geeft op de kosten van de gezondheidszorg, heeft dit een enorme impact op de vrouw zelf.  Onnodige onrust, stress en angst voor kanker zijn onontkoombare effecten van een dergelijke uitslag.

In ons onderzoek willen wij nieuwe biomarkers identificeren waarmee we het risico van hrHPV positieve vrouwen op (1) het ontwikkelen van voorstadia van baarmoederhalskanker en/of (2) de noodzaak van behandeling van een lichte afwijking aan de baarmoederhals, veel nauwkeuriger kunnen bepalen. We zullen hierbij gebruik maken van nieuwe geavanceerde technieken waarmee we heel precies kunnen bepalen of een hrHPV infectie gevaarlijk of ongevaarlijk is. . De waarde van deze biomarkers  zullen we testen in uitstrijkjes uit de biobank van het huidige bevolkingsonderzoek.

 

 

Dr. Willem Melchers 

Dr. Wiliam Leenders

Beide werkzaam in het Radboudumc, Afdeling Medische Microbiologie en afdeling Biochemie


update juli 2024 onderzoek: 

Nieuwe biomarkers voor de vroegopsporing van baarmoederhalskanker

Het langlopende onderzoek van Dr. Willem Melchers en Dr. William Leenders levert nog steeds waardevolle informatie en mooie publicaties in wetenschappelijke bladen op.

Een van de studenten, Mariano Molina, die meehielp met dit onderzoek is inmiddels gepromoveerd op dit project. Zijn volledige onderzoek en publicatie kun je hieronder downloaden.

2024 6 Molina BMC Inf Dis Pdf
PDF – 3,0 MB 20 downloads

Prof. dr. Leon Massuger, gynaecologisch oncoloog en oprichter van Ruby and Rose heeft het artikel van Mariano Molina vertaald naar 'gewone mensentaal'.

 

De samenstelling van het microbioom van de baarmoedermond heeft een relatie met de eventuele ontwikkeling van een voorstadium van baarmoederhalskanker na een HPV infectie.

Het is nog steeds onduidelijk waarom de ene vrouw wel een voorstadium en eventueel zelfs  baarmoederhalskanker ontwikkelt na een infectie met het humaan papillomavirus (HPV) terwijl dat bij een andere vrouw , die ook een infectie heeft, niet gebeurd. We weten dat ongeveer 80% van alle vrouwen ooit een HPV infectie zal oplopen maar dat het merendeel van die infecties ook weer spontaan wordt opgeruimd. In een klein percentage van de besmette vrouwen persisteert de HPV infectie en leidt dat uiteindelijk tot de ontwikkeling van een voorstadium van baarmoederhalskanker. Waarom het afweersysteem in het ene geval in staat is de infectie op te ruimen en in het andere geval niet is al lange tijd onderwerp van onderzoek.

Op dit moment worden alle vrouwen die een positieve HPV test hebben doorverwezen voor nader onderzoek. Dit is natuurlijk een belasting voor de vrouw die het betreft omdat zij al snel zal denken dat er met haar iets aan de hand is terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn. Los van de angst die hiermee onterecht ontstaat bij de vrouw in kwestie is het ook een hele belasting voor onze gezondheidszorg om al die vrouwen verder onderzoek aan te bieden terwijl slechts in een klein deel van de gevallen er echt iets aan de hand is.     

Het onderzoek dat hier besproken wordt richt zich op het microbioom (het geheel aan micro-organismen (denk bacteriën etc.) dat zich rondom de baarmoedermond bevindt ). In de loop van de tijd werden meerdere monsters van dat microbioom bij de baarmoedermond afgenomen en geclassificeerd. Dit werd gedaan bij twee  groepen vrouwen. Bij de ene groep ontwikkelde zich na de HPV infectie inderdaad een voorstadium afwijking terwijl dat bij de andere groep niet het geval was.  Uit de resultaten werd duidelijk dat de aan- of afwezigheid van bepaalde micro-organismen inderdaad een relatie had met de ontwikkeling van een afwijking. De auteurs suggereren op basis van hun resultaten dat typering van het microbioom mogelijk ingezet zou worden om die vrouwen aan te wijzen die bij een HPV infectie een verhoogde kans hebben op de ontwikkeling van een voorstadium van baarmoederhalskanker.       

Artikel van Mariano Molina en andere auteurs in het wetenschappelijk tijdschrift BMC Infectious Diseases (2024; 24:552) uitgevoerd met subsidie van stichting Ruby and Rose.